🟦🟦🟦⬜⬜⬜⬜⬜⬜⬜🏅

Ontdek het verschil tussen geplande en interactieve scaffolding.

🔵 Opstart

🔵 Wat is scaffolding? (2/3)

⚪ De 5 stappen

⚪ Leerlingen gepast ondersteunen

⚪ Leren uit fouten

⚪ Afronding

Geplande en interactieve scaffolding

Scaffolding kan op verschillende manieren vorm krijgen. We maken een onderscheid tussen geplande en interactieve scaffolding. Beide vormen zijn waardevol en versterken elkaar.

Geplande scaffolding

Geplande scaffolding start al voor de aanvang van je les. Daarbij denk je na over mogelijke hindernissen of stappen in het leerproces die moeilijk kunnen zijn en welke ondersteuning je hiervoor doelgericht kan inzetten. Dat kan gaan over:

Een duidelijke opbouw in je instructie
Aanbieden van hulpmiddelen zoals een stappenplan, schema, uitgewerkt voorbeeld...
Opsplitsen van een complexe taak in behapbare deeltaken
Formuleren van leerdoelen en succescriteria
...

Deze vorm van scaffolding is essentieel bij nieuwe leerstof, complexe vaardigheden of wanneer je wil dat leerlingen systematisch een strategie leren toepassen.

zonder titel-c92af30c-b0e4-4d24-8743-2496b437e84b.svg

Verder in de e-course zal je het filmpje van juf Ava en het filmpje van juf Amber ontdekken en zien hoe zij gebruik maken van geplande scaffolds. Voorafgaand aan de les hebben ze nagedacht over mogelijke hindernissen of stappen in het proces die moeizamer kunnen verlopen en hiervoor doelgericht ondersteuning ingebouwd.

Interactieve scaffolding

Interactieve scaffolding gebeurt tijdens het leerproces. Je biedt ondersteuning op het moment dat je merkt dat een leerling (of groep leerlingen) dreigt vast te lopen. Het vertrekt vanuit wat je opmerkt in het gedrag, de antwoorden of denkstappen van de leerlingen. Deze vorm van scaffolding vraagt heel wat responsiviteit. Je speelt in op het leerproces dat zich op dat moment afspeelt. Je begeleidt en daagt tegelijk uit, met één doel: de leerling(en) helpen om net dat stapje verder te zetten.

Typische voorbeelden van interactieve scaffolding zijn:

Wat merk je op?	Welke scaffold wordt geboden?
Een leerling geeft een foutief antwoord	De leerkracht stelt een richtinggevende vraag
De leerkracht merkt op dat een leerling twijfelt	De leerkracht geeft een hint, denkt hardop of herformuleert de vraag/opdracht
Leerlingen gebruiken verschillende oplossingsstrategieën	De leerkracht bespreekt deze voor de volledige klas
Een leerling gebruikt beperkte taal	De leerkracht reikt een startzin of structuur aan

Opgelet: Bij scaffolding geef je geen antwoorden, je reikt denkstrategieën aan. Je neemt het dus niet over, maar je maakt het beter mogelijk. Daarnaast zorg je ervoor dat je ondersteuning tijdelijk is. Het doel blijft altijd dat de leerling het zelfstandig kan.